Volgens de oude Indiërs heeft de wereld drie fundamentele eigenschappen oftwel gunas: tamas, rajas en sattva.
- Tamas – massa, inertie, traagheid
- Rajas – energie, beweging, transformatie
- Sattva – bewustzijn, harmonie, helderheid, zuiverheid
Het is alsof de werkelijkheid bestaat uit drie in elkaar gevlochten eigenschappen. Net zoals een koord kan bestaan uit drie in elkaar gedraaide strengen.
Guna’s in de Yoga Sutra’s
De guna’s komen een paar keer voor in de Yoga Sutra’s van Patanjali. Patanjali ziet ze als een bron van lijden:
II-15: Voor de wijze is alle ervaring smartelijk vanwege zijn veranderlijkheid, door kwellende geheugenflarden of door het spanningsveld tussen de guna’s.
Patanjali spoort ons aan om te toegewijd te oefenen (abhyasa) en te onthechten (vairagyam). Door meditatie leren we ons minder te te laten meeslepen door de golven van de geest. We onthechten meer en meer van het spel van de guna’s:
I-16: In de hoogste staat van onthechting wordt men niet langer bewogen door de guna’s.
En als we de golven van de geest uiteindelijk tot rust gebracht hebben dan zijn we ook vrij van de drie strengen van traagheid, activiteit en evenwicht:
IV-34: Door het oplossen van de guna’s treedt bevrijding op. Dan verblijft de geest in zijn ware aard.
Op het pad van bevrijding beroeren de spelingen van de natuur de geest niet meer. De guna’s trekken zich dan terug in hun oorsprong (prakriti) en de bevrijde geest bevindt zich in zijn ware aard (purusha).
En zodoende weten we meer van de guna’s: tamas, rajas en sattva. En kunnen we Patanjali beter begrijpen.