Dit zijn de voorschriften – jukai – die iedere zenleerling ontvangt tijdens een ceremonie. Hier worden de drie juwelen, de drie zuivere voorschriften en de tien voorschriften getoond en ook voorzien van commentaar
De drie juwelen
Ik geef mijn leven aan de Boeddha.
Ik geef mijn leven aan de Dharma.
Ik geef mijn leven aan de Sangha.
Eén met de Boeddha, onvergelijkelijk geëerd.
Eén met de Dharma, geëerd om haar zuiverheid.
Eén met de Sangha, geëerd om haar harmonie.
Ik bén de Boeddha.
Ik bén de Dharma.
Ik bén de Sangha.
De drie zuivere voorschriften
Ik beloof het kwade te vermijden, het goede te doen en alle levende wezens te bevrijden.
De tien grote voorschriften
Ik beloof alle leven te waarderen, te beschermen en te ondersteunen.
Ik beloof het eigendom van anderen te respecteren.
Ik beloof liefdevol te zijn en niet begerig.
Ik beloof waarheidlievend te zijn en oprecht.
Ik beloof bewust en aandachtig te zijn en niet onwetend.
Ik beloof geen kwaad te spreken van anderen.
Ik beloof mijzelf niet te verheffen en anderen niet te vernederen.
Ik beloof genereus te zijn en niet gierig of inhalig, vooral met betrekking tot de Dharma.
Ik beloof gelukkig te zijn en toegewijd, met compassie voor alle wezens.
Ik beloof met respect te spreken over de Boeddha, de Dharma en de Sangha.
bron: Nico Tydeman
Affirm life; do not kill.
Be giving; do not steal.
Honor the body; do not misuse sexuality.
Manifest truth; do not lie.
Proceed clearly; do not cloud the mind.
See the perfection; do not speak of others' errors or faults.
Realize self and other as one; do not elevate the self and blame
others.
Give generously; do not be withholding.
Actualize harmony; do not be angry.
Experience the intimacy of things; do not defile the Three Treasures.
bron: John Daido Loori (Invoking Reality, Shambala 2007, p. 3)
Commentaar
Onze beoefening is groter dan zitmeditatie. Sterker nog, zazen beoefenen is de voorschriften beoefenen. En de voorschriften beoefenen is zazen. De voorschriften geven de geest van de Boeddha weer. Zo handelt een ontwaakte in de wereld. Daarom worden de voorschriften van leraar naar leerling doorgegeven.
Drie niveaus
De voorschriften kunnen op drie niveaus beschouwd worden: (1) letterlijk, (2) mededogend en (3) absoluut. Als we het eerste grote voorschrift letterlijk nemen, dan staat er “niet doden”. Dat volg je dan ook naar de letter. Toch is het – alleen al uit mededogen met je eigen leven – nodig om te eten. En om te eten moeten er dieren of planten gedood worden. Of, aangaande het vierde voorschrift – “een leugentje om bestwil” kan gepaster zijn dan de naakte waarheid. Op het niveau van mededogen zijn vriendelijkheid en compassie dus grotere drijfveren dan de letterlijke voorschriften.
En dan is er nog het onuitspreekbare, mysterieuze aspect van de voorschriften. Vanuit het absolute niveau zou je vrij en spontaan kunnen handelen, los van de beperkingen van het ego.
Eigen verantwoordelijkheid
Maar we laten ons geen zand in de ogen strooien. Er zijn voorbeelden van verlichte zenmeesters die de autoriteit van hun positie hebben misbruikt voor persoonlijk, financieel en vooral seksueel gewin. Misbruik dat tientallen jaren is doorgegaan met medeweten van de leerlingen. Nog talrijker zijn de zenmeesters die zich achter de Japanse oorlogsinspanning hebben geschaard1. Als leerling ben je medeverantwoordelijk voor je spirituele ontwikkeling en moet je dus altijd op je hoede blijven.
Het doorzien van het absolute standpunt kan, naar mijn mening, nooit een excuus zijn voor mijn onethische gedrag in het alledaagse. Een wijze veronachtzaamt de wetten van oorzaak en gevolg (karma) niet2. Het eerste voorschrift luidt “niet doden”. En zo is de cirkel weer rond – terug bij het letterlijke niveau.
Het is aan eenieder om op een geheel eigen, gepaste, barmhartige en wijze manier te reageren op het leven. De voorschriften zijn hier bij een waardevolle leidraad.
En de voorschriften – jukai – komen in één of andere vorm terug in alle spirituele stromingen. Kijk maar naar de ethiek van de klassieke yoga. niyama’s.