Inleiding
Dogen schrijft in Zazengi over de principes van zazen zitmeditatie.
Dogen, zenmeester en stichter van de Japanse Soto-school, leefde in de 13e eeuw. Het hoofdstuk Zazen gi is het 11e deel van zijn meesterwerk Shobogenzo. Zazen gi toont grote overeenkomsten met de kern van Fukanzazengi, Dogens eerste geschrift. In beide toont Dogen zich een meester van zazen. Hij heeft oog voor zowel de details als de grote lijn. Zo vertelt hij precies hoe je moet gaan zitten: “oren boven de schouders en de neus boven de navel”.
Maar hij duidt ook op de kern van zazen door aan twee koans te refereren (Nanyue poetst een tegel en Yueshans niet-denken). De eerste koan spoort ons aan tot een nauwlettend onderzoek van het doel van onze meditatie en van ons leven. Is het mogelijk om ons in te spannen zonder te hechten aan het resultaat? Zoals een vis die in helder water zwemt en een vogel die in de onmetelijke hemel vliegt? De tweede koan geeft aan dat er, voorbij ons grijpende denken, een ruimte van “geen denken” bestaat. Dit open gewaarzijn ondersteunt ons zitten en ons leven. De combinatie van details en de grotere betekenis maakt de Zazen gi nog steeds een waardevolle gids tot de principes van zazen.
Zazengi
De plaats van de mat
Zen bestuderen is zazen. Voor zazen heb je een rustige plaats nodig. Spreid een dikke mat om op te zitten. Laat tocht en dampen niet binnen; houd regen en dauw buiten. Je moet de plaats waar je zit beschermen en onderhouden. Er zijn aanwijzingen dat mensen vroeger op een diamanten troon zaten of op een rots; allen spreidden een dikke laag gras om op te zitten. De plaats waar je zit moet helder zijn; hij moet niet donker zijn bij dag of nacht. Houd hem warm in de winter en koel in de zomer.
Uitleg
De dikke mat waar we tegenwoordig op zitten heet zabuton. De diamanten troon (vajra) verwijst naar de legende over een diamanten troon die verrees onder de boddhi boom op het tijdstip van Boeddha’s verlichting. De god Indra schonk het gras om op de troon te leggen.
Niet streven
Verwerp alle verwikkelingen en beëindig de tienduizend zaken. Denk niet aan wat goed is, noch aan wat kwaad is. Het gaat niet om de geest, het intellect of het bewustzijn; het gaat niet om gedachten, ideeën of percepties. Streef er niet naar om een Boeddha te worden; laat de bekommering over het zitten of liggen wegvallen. Wees matig in eten en drinken. Verspil geen tijd en beoefen zazen alsof je een vuur in je haar wilt doven. De vijfde patriarch op de berg Huangmei had geen andere bezigheid: hij beoefende enkel zazen.
Uitleg:
“Niet aan het goede of het kwade denken” is een bekend zen gezegde dat wordt toegeschreven aan Huineng.
Geest, intellect, bewustzijn is volgens Bielefeldt1 een vertaling van shin i shiki in het Japans, oftewel citta, manas, vijnana in het Sanskriet. Gedachten, ideeën, percepties is een vertaling van nen sô kan in het Japans. Tanahashi2 vertaalt dit gedeelte als: het is geen bewuste onderneming. Het is geen zelfonderzoek.
Nanyue poets een tegel
“Niet streven om een Boeddha te worden” refereert aan de koan “Nanyue poetst een tegel”. Nanyue, kenner van de dharma, ging naar meester Mazu en vroeg hem, “Eerwaarde, wat wil je bereiken, zo standvastig zittend in meditatie?” De meester zei, “Ik streef er naar om een Boeddha te worden.” Nanyue nam een tegel en begon die tegen een steen te wrijven. De meester vroeg, “Meester, wat doe je daar?”. Nanyue zei, “Ik poets dit om een spiegel te maken.” De meester vroeg, “Hoe kun je een spiegel maken door een tegel te poetsen?” Nanyue antwoordde: “Hoe kun je een Boeddha maken door in meditatie te zitten?”.
Deze koan gaat over ons streven (begeerte). Het is onmogelijk om een Boeddha te worden terwijl we bevangen zijn van begeerte. Dat gezegd zijnde is het streven een kenmerk van ons menselijk bestaan. Zou je kunnen leven zonder streven? En let wel: met of zonder streven ben je al een Boeddha.
Laat zitten en liggen wegvallen: de praktijk van zazen is groter dan het letterlijke zitten. “Zitten of liggen wegvallen” doet denken aan het “wegvallen van lichaam en geest” in Dogens verlichtingservaring in China.
Zit op een kussen
In zazen moet je de kesa dragen en een rond kussen gebruiken. Het kussen wordt niet helemaal onder de gekruiste benen geplaatst maar slechts onder het zitvlak; de mat ligt onder de benen en het kussen onder de ruggengraat. Zo hebben alle boeddha’s en patriarchen gezeten in zazen.
Uitleg:
De kesa is het gewaad van de boeddhistische monniken. Het ronde kussen heet zafu.
Zit in de halve lotus of in de hele lotus. Voor de hele lotus leg je de rechtervoet op het linkerdijbeen en je linkervoet op het rechterdijbeen. De tenen liggen op de dijbenen, niet uit het midden. Voor de halve lotus plaats je slechts de linkervoet op je rechterdijbeen.
Maak je gewaad en riem wat los maar houd ze netjes. Plaats je rechterhand op je linkervoet en je linkerhand op je rechterhand. Laat de duimtoppen elkaar raken. Plaats de handen tegen je lichaam; het punt waar de duimtoppen elkaar raken ligt bij de navel.
Uitleg:
Het is goed om vorm van de hele of halve lotus af te wisselen. Leg bijvoorbeeld op even dagen de rechtervoet boven en op oneven dagen de linkervoet boven (advies van mij, WMvP).
De handhouding is de kosmische mudra (dhyana mudra) met de rechterhand onder. De vingers van de linkerhand rusten op de vingers van de rechterhand. De handen vinden steun op de hiel van de bovenste voet en tegen de buikwand.
Zit rechtop
Recht je lichaam en zit rechtop. Leun niet naar links of naar rechts; buig niet naar voren of naar achter. De oren staan boven de schouders en, van voren, de neus boven de navel. De tong moet tegen de voorkant van het gehemelte geplaatst worden. Adem door de neus. De lippen en tanden moeten gesloten zijn. De ogen zijn open, niet te wijd noch te nauw.
Beoefening – verlichting
Als je het lichaam en de geest zo geordend hebt, adem één keer volledig uit. Zit stabiel en denk het niet-denken. Hoe denk je het niet-denken? Het is geen denken. Dit is de kunst van zazen. Zazen is geen oefening in concentratie. Het is de vredige en vreugdevolle poort tot de dharma. Het is onbezoedelde beoefening en verlichting.
Uitleg:
Dogen beschrijft hier shikantaza, alleen maar zitten. Nadat je een keer diep uitgeademd hebt laat je de adem vrij zonder je er op te concentreren.Een eerste lange uitademing helpt om over te gaan op buikademhaling. Volgens Sekida3 gebeurt deze uitademing door de mond. Hij schrijft: “However, it is clear that at the start of zazen sitting, Dogen exhaled once through his mouth.” Als je dit doet, dan zou ik adviseren om uit te ademen met getuite lippen op de klank “fffff”. Dit bevordert een lange en volledige uitademing waarna de buikademhaling gemakkelijk op gang komt. Je zou dat ook drie keer kunnen doen.
Yueshan’s niet-denken
De koan Yueshan’s niet denken: eens was de grote leraar Yueshan van Hongdao gezeten in meditatie. Een monnik vroeg hem, “Wat zit je te denken terwijl je daar zo stevig en vastberaden zit?”. De leraar antwoordde, “Ik denk aan niet-denken.” De monnik vroeg: “Hoe denk je aan niet-denken?”. De meester antwoordde: “Het is geen denken”.
Het eerste antwoord zou je kunnen interpreteren als denken over het ondenkbare, het sacrale, het absolute. Het laatste antwoord van Yueshan zou je kunnen lezen als: het is geen denken, want het is alleen maar zitten met open aandacht. Dus: voorbij het conceptuele en grijpende denken ligt er een ruimte van aanvaarding en “stilte”. Of als: voorbij de paren van tegenstellingen van denken en niet-denken ligt er een ruimte van nondualiteit.
In ons dagelijks leven zijn we voortdurend aan het denken. Onze geest is voortdurend aan de slag met gedachten in een poging om de wereld te be”grijpen”. Tijdens meditatie richten we ons op het lichaam en de adem; we zijn op iets anders anders gericht dan op het denken. Zo kunnen we denken zonder grijpen. Als er gedachten komen, dan laten we ze komen en ook weer gaan.
Een ander perspectief op het denken
We krijgen langzamerhand een ander perspectief op het denken. Gedachten zijn slechts gedachten, geen absolute waarheden. Dit inzicht, gevormd door beoefening, bevrijdt ons van veel van onze problemen. Dit is vermoedelijk wat Dogen “geen denken” noemt. Hij doelt in eerste instantie zeker niet op het stoppen van het denken. Na langdurig zitten is het wel mogelijk dat de geest heel kalm wordt en er minder gedachten verschijnen. Misschien wordt ons dan een inzicht in de diepere zijnsgrond van ons bestaan gegund – het sacrale dat vredig, ondenkbaar, onuitspreekbaar en ondeelbaar is.
Dogen Zenji, 11 november 1243
- Carl Bielefeldt, Principles of zazen, Zazengi translation in the Soto Zen Text Project, ongedateerd. ↩︎
- Kazuaki Tanahashi, Moon in a Dewdrop: Writings of Zen Master Dogen, 1986 ↩︎
- K. Sekida, Zen Training, Shambala 2005, p. 69. ↩︎
- Hubert Nearman, Shobogenzo, Shasta Abbey, 2007
- Yasuda Joshu & Anzan Hoshin, Zazengi: How to sit, voorpublicatie op internet