Inleiding
Adem van de goden is een film over de oorsprong van de moderne yoga. De regisseur Jan Schmidt-Garre bezocht India gedurende vijf jaar om deze film “Breath of the Gods”1 te maken. De moderne yoga stamt grotendeels af van yogi Krishnamacharya (1888 – 1989). De film toont de manier waarop Krishnamacharya aanvankelijk les gaf in een paleis te Mysore. Maar er is ook aandacht voor zijn bekendste leerlingen Iyengar en Pattabhi Jois.
Zoon Sribhashyam onderwijst een gevorderde yoga serie aan de regisseur. Krishnamacharya gaf deze serie, de “Lifesaving practice”, vanaf de jaren 1950 aan westerlingen die hem in Chennai bezochten. Dat gebeurde tijdens individuele lessen. “Lifesaving” betekent in deze context

levensverlengend en gezondheidsbevorderend. Het is natuurlijk een mooie serie maar of je er langer door leeft weet ik niet. Krishnamacharya werd zelf wel meer dan 100 jaar oud. Zijn immense kennis van yoga kwam uit het eeuwenoude manuscript Yoga Korunta. Jammer dat het enige overblijvende exemplaar door de mieren is opgegeten!
Dat neemt niet weg dat de “lifesaving practice” een prachtige les is die tot helderheid en kalmte van lichaam en geest leidt. Het is ook bijzonder om een originele serie van Krishnamacharya te zien. Veel van zijn oorspronkelijke onderricht is immers overschaduwd door de interpretaties van zijn leerlingen Iyengar en Jois.
Deze serie ligt niet eens zo ver van zijn eigen dagelijkse praktijk, te vinden in het boek “Emergence of Yoga” van Sribhashyam2. Ook daar wordt het belang van sarvangasana en sirshasana benadrukt. Typerend voor de serie is de combinatie van houding, ademhaling (pranayama) en concentratie (drishti). Volgens Krishnamacharya leidt slechts deze combinatie van houding, ademhaling en concentratie tot de ervaring van yoga, van eenheid. En dat is ook mijn ervaring. Door toepassing van pranayama, met recht de adem van goden, leidt deze serie tot een meditatieve stilte.
Lifesaving practice
Deze serie is alleen geschikt voor gevorderde yogabeoefenaars. Ook daarom heb ik het Sanskriet niet vertaald. Er zijn belangrijke contra-indicaties bij padmasana, sarvangasana, sirshasana, halasana en bhastrika. Vereenvoudigen is altijd een optie: kies dan voor de halve lotus, de dolfijn i.p.v. de hoofdstand en leg een dubbele handdoek onder je schouders tijdens de uitvoering van de kaars en de ploeg om de nekwervels te ontlasten.
Houding | Duur | Bijzonderheden |
Padmasana | 30-60 sec | Aandacht nasagra |
Kapalabhati | 16-24 ademhalingen | |
Anuloma viloma | 12 ademhalingen | (L+R)in – Luit (L+R)in – Ruit, enz. Inademen met ujjayi uitademen zonder ujjayi |
Matsyasana | 3 ademhalingen | In padmasana, lange inademing |
Bhujangasana | 3 ademhalingen | Bruhmadhya dristhi eerst met open ogen dan met gesloten ogen |
Sirshasana | 12 (–> 24) ademhalingen | Nasaghra dristhi, adem kan spontaan vertragen met korte adempauzes (2 seconden) |
Sarvangasana | 12 (–>24) ademhalingen | Aandacht op de keel, ademhaling kan spontaan vertragen, eventuele bahya kumbhaka 5 seconden |
Halasana | 3 ademhalingen | Handen op de vloer achter de rug, dus niet bij de tenen |
Bhujangasana | 3 ademhalingen | Bruhmadhya dristhi eerst met open ogen dan met gesloten ogen |
Maha Mudra | 6 links + 6 rechts | Aandacht op de navel |
Paschimottanasana | 12 ademhalingen (–> 5 min) | Handen – grote teen, aandacht op navel. Uitademing verlengen |
Bhastrika | 30 – 60 ademhalingen | Lin-Luit, Rin-Ruit enz., nasagra drishti, geen ujjayi |
Nadi suddhi | 12 ademhalingen | Aandacht in de hartstreek |
Gebed | Aandacht in de hartstreek |
Perfectie in de houdingen3,4,5
Nogmaals, de “life saving series” is alleen voor gevorderde beoefenaars. Een gevorderde yogi is op de hoogte van de contra-indicaties, kent de juiste uitvoeringswijze en de noodzaak van langzame vorderingen. Een langzame en gelijkmatige ademhaling begeleidt de houdingen. Het inademen duurt even lang als het uitademen (samavritti ujjayi).
Kirshnamacharya vond sarvangasana, sirshasana, paschimottanasana en maha mudra de belangrijkste houdingen, asana’s om iedere dag te beoefenen. Pas later adviseerde hij de volgorde: sirshasana gevolgd door sarvangasana. Dat is in lijn met recentere adviezen van zijn leerling Iyengar. De redenering is dat de door sirshasana gecomprimeerde nekwervels door sarvangasana weer op hun plaats gebracht worden.
Ademhaling in de houdingen
Met wat aanpassingen wordt je ademhaling pranayama, adem van de goden2. Zodra je sirshasana en sarvangasana beheerst zal de ademhaling automatisch vertragen, soms tot 2 à 4 ademhalingen per minuut. Dan kan het aantal ademhalingen ook vermeerderd worden tot 24. Als de houdingen hierdoor langer worden aangehouden (bv. 12 minuten) dan is het raadzaam om 2 minuten rust in te lassen tussen de houdingen. Het is niet nodig om kumbhaka’s te gebruiken. In sirshasana kunnen vanzelf korte adempauzes ontstaan tussen de adembewegingen (1 – 2 sec). Eventueel kun je 5 sec anthar kumbhaka en 10 sec bahya kumbhaka invoeren. In sarvangasana beoefen je nooit antar kumbhaka alhoewel een korte bahya kumbhaka van 5 sec is toegestaan.
In maha mudra pas je voortdurend jalandhara bandha toe. Je kunt mettertijd een leegtepauze van 5 – 10 seconden invoeren waarbij je mula en uddiyana bandha aanneemt. Gaandeweg kun je de verblijftijd in de houding verlengen tot enkele minuten (bv. 5 min).
In paschimottanasana is de ademhaling iets anders: de inademing is relatief kort (3 – 5 sec) maar de uitademing is langer (tot 5, 10 of 15 sec). In de leegtepauze kun je mula bandha en uddiyana bandha toepassen. De bandha’s worden weer losgelaten vlak voor de inademing. Eventueel kun je de verblijftijd in de houding verlengen tot enkele minuten (bv. 5 min).
- Schmidt-Garre, J., director, Breath of the Gods, DVD Paris Media 2012, de “Life Saving Practice” start op tijdstip 1:31. ↩︎
- Sribhashyam T.K. (1940 – 2017), Emergence of Yoga, Origin and Development of the Teaching of Yoga, Yogakshemam, 2014 ↩︎
- S. Ramaswami, The Complete Book of Vinyasa Yoga, Da Capo Press, 2005 ↩︎
- T. Krishnamacharya, Yoga Makaranda, 1934 ↩︎
- T. Krishnamacharya, Yoga Makaranda, Part II, 1930’s-1940’s ↩︎