Dualiteit
Meestal leven we vanuit een klein bewustzijn, het “ik”. We hebben over alles een oordeel – goed of fout, prettig of onprettig, voorkeur of afkeur. Wij maken onderscheid tussen subject en object. Bijvoorbeeld, “Ik zie een boom”. Hierbij worden de waarnemer (subject), het waarnemen (zien) en dat wat wordt waargenomen (object) als verschillend ervaren. En onze handelingen zijn intentioneel, baatzuchtig, voortdurend gericht op het behalen van een resultaat. Daarbij realiseren we ons niet dat we deel uit maken van een groter bewustzijn, dat ons “ik” zowel overstijgt als omvat. Groot bewustzijn gaat voorbij aan de dualiteit van voorkeur en afkeur. Het onderscheid tussen subject en object vervalt. Bijvoorbeeld, er is geen boom en er is geen ik; er is slecht de directe ervaring van het zien. En groot bewustzijn bevrijdt het handelen zodat het onbaatzuchtig wordt, een spontaan handelen in het huidige moment.
Naar non-dualiteit
Er is slechts één wereld, maar er zijn twee manieren om er naar te kijken. Of we zien de dingen zoals ze aan ons voorkomen, gefilterd door ons geconditioneerde denken, voelen en willen. Of we zien de dingen zoals ze zijn – veranderlijk en in wederzijdse afhankelijkheid van elkaar (leeg). Met andere woorden, er is een absoluut en een relatief perspectief op de werkelijkheid. Spiritualiteit gaat over de transformatie van onze ervaring van de wereld, over het opheffen van deze schijnbare dualiteit. Het spirituele pad begint met de beweging van de dualiteit naar het ervaren van non-dualiteit. Door beoefening en genade mogen we eenheidsbewustzijn ervaren. Die ervaring heet ontwaken of verlichting. De integratie van onze verlichtingservaringen in het alledaagse leven heet bevrijding. Bevrijding is leven vanuit de geest van non-dualiteit en dat is een leven vanuit wijsheid (prajna) en mededogen (karuna) waarin spontaan en belangeloos gehandeld wordt.
Samsara is nirvana
Alle spirituele stromingen hebben hier uitspraken over gedaan. De woorden verschillen maar de strekking is meestal vergelijkbaar: groot en klein bewustzijn zijn één. Het alledaagse – onze materiële wereld, de wereld van onze gedachten, emoties, plezier en verdriet – en de onbenoembare wereld van onze diepste spirituele beleving zijn niet van elkaar gescheiden. Ze raken elkaar op mysterieuze wijze: samsara verschilt niet van nirvana (de alledaagse wereld is de wereld van bevrijding), aham brahmamsi (Ik ben het absolute), soham (Ik ben Dat), “Vorm is Leegte, Leegte is Vorm“, “Identiteit van Veelheid en Eenheid“. Hoe zou het zijn om vanuit deze wijsheid te leven?
Zen
De twee laatste citaten zijn afkomstig uit het boeddhisme. Er is bijna niemand die het zenboeddhisme zo goed onder woorden wist te brengen als zenmeester Dogen. Hij schreef alles na zijn verlichtingservaring. Kijk maar eens bij:
Maar er zijn nog veel andere zenmeesters met prachtige gedichten, zoals het Lied van Zazen, de Wegwijzer naar Stille Verlichting en de Xinxin Ming.
De mystieke ervaring is:
1. Onuitsprekelijk - niet in woorden te vatten,
2. Een betekenisvolle toestand van dieper inzicht,
3. Vergankelijk - niet volledig terug te roepen in het geheugen doch herkenbaar bij herhaling,
4. Een toestand van passiviteit – een overgave aan iets groter dan jezelf.
William James, The varieties of religious experience, London 1902.