Inleiding
De Mandukya Upanishad één van de belangrijkste geschriften uit de Vedanta. Hij dateert uit de 5e – 2e eeuw v. Chr. De Mandukya Upanishad uit de Vedanta is heel erg kort, slechts twaalf verzen lang. Toch bevat het de kwintessens van de Vedanta. Een andere Upanishad – de Mukti Upanishad – beweert zelfs dat de Mandukya volstaat om bevrijding te bereiken.
In tegenstelling tot de andere Upanishads uit de Vedanta bevat de Mandukya Upanishad geen anekdotes of verhalen. Het is een bondige omschrijving van de aard van de werkelijkheid middels een analyse van onze drie bewustzijnstoestanden: waken, dromen en droomloos slapen. Iedere toestand wordt gekoppeld aan een letter van de mantra “Aum”. De stilte die valt na de nasale echo van de “m” klank representeert de vierde staat (turiya). Dit is de bewustzijnstoestand die alle toestanden van waken, dromen en droomloos slapen omvat.
De Mandukya Upanishad bewijst dat de mens al meer dan tweeduizend jaar een bijzonder inzicht in het bewustzijn heeft. De yogi’s van weleer konden lucide dromen, bewust de droomloze slaap beleven (yoga nidra) en met een ontwaakt bewustzijn (turiya) alle bewustzijnlagen omvatten.
Mandukya Upanishad
1) Het hele universum is de lettergreep AUM – het verleden, het heden en de toekomst – alles is AUM. En wat de drievoudige tijd overstijgt is eveneens AUM.
2) Waarlijk, dit alles is Brahman. Dit Zelf (Atman) is Brahman en kent vier delen.
Brahman
Brahman
Brahman is de benaming die de Vedanta geeft aan het absolute, de transcendente grond van de werkelijkheid, het Al. Niet te verwarren met Brahma, de scheppergod.
Atman
Atman
Atman (letterlijk adem) is de benaming die de Vedanta geeft aan het transcendente Zelf, de onvergankelijke kern van de mens, het Ik met een hoofdletter. De belangrijkste lering van de Vedanta is dat het Atman samenvalt met Brahman: Atman is Brahman of Tat tvam asi (Gij zijt Dat). Dit is een niet-duale kijk op de uiteindelijke werkelijkheid, kenmerkend voor de Advaita (= niet-twee) Vedanta.
3) De eerste is de wakende toestand, uitwendig bewust met zeven armen en negentien deuren. Hij ervaart stoffelijke objecten.
Zeven armen
Zeven armen
Zeven armen: zeven componenten van het menselijke lichaam – het stralende hoofd + het oog als zon + de mond als vuur + de vitale ademlucht + ruimte in het torso + water in de nieren + aarde onder de voeten. De vijf elementen (aarde, water, vuur, lucht, ruimte) zijn er in vertegenwoordigd. Er is dus een overeenkomst tussen het menselijk lichaam (microkosmos) en het universum (macrokosmos). Tevens is er een magische overeenkomst met de onderdelen van het altaar dat gebruikt werd bij het Vedische vuuroffer (agni hotra).
Negentien deuren
Negentien deuren
Negentien deuren: een indeling van de mens bestaande uit 5 zintuigen (indriyas) + 5 organen van handeling (karmendriyas) + 5 energieën in het lichaam (prana’s) + 1 geest (manas) + 1 intellect (buddhi) + 1 gevoel een individu te zijn (ahamkara) + 1 alle inhouden van de geest (chitta).
4) De tweede is de droomtoestand, inwendig bewust met zeven armen en negentien deuren. Hij ervaart subtiele objecten.
5) De derde is de droomloze slaap, zonder het begeren van objecten of het ervaren van dromen. In deze toestand van diepe slaap wordt men een veld van onverdeeld bewustzijn dat gelukzaligheid ervaart. Hij is de poort naar kennis (van waken en dromen).
6) Dit is de heer van alles; dit is de alwetende; dit is de innerlijke heerser, de bron van alles. Hierin verschijnen en verdwijnen alle dingen.
7) De vierde is noch inwendig bewust, noch uitwendig bewust noch bewust van beiden, noch onbewust; onzichtbaar, onuitsprekelijk, ontastbaar, onbeschrijflijk, ondenkbaar. Met als essentie slechts zuiver bewustzijn van het Zelf; vredig, gelukzalig en niet-twee. Dit is het Atman, het Zelf dat gerealiseerd moet worden.
A U M
8) Dit Atman met vier delen is het woord AUM met betrekking tot de letters. De delen zijn de letters en de letters zijn de delen. De letters zijn A U M.
9) De waaktoestand is de eerste letter A omdat hij alles omvat en de eerste is. Wie dit kent vervult alle wensen en wordt de eerste.
10) De droomtoestand is de tweede letter U, weergaloos gelegen tussen de andere twee. Wie dit kent vermeerdert zijn kennis; niemand zonder kennis van Brahman wordt in deze familie geboren.
11) De droomloze slaap is de derde letter M, de maat van alles waarin alles één wordt. Wie dit weet kent de maat der dingen en begrijpt alles.
12) De vierde is zonder letter, onbegrijpelijk, de uitdoving van alles, gelukzalig en vreedzaam, niet-twee. Daarom: AUM is waarlijk het Atman. Wie dit weet verenigt zijn zelf met het Zelf.
Weetjes en referenties
- A = waakbewustzijn (vishva, jagrat)
- U = droombewustzijn (taijasa, svapna)
- M = droomloze slaap (prajna, sushupti)
- . = vierde (turiya, Atman, Brahman)
Er verschenen veel commentaren en commentaren op commentaren in de loop der tijd:
- Gaudapada Karika – een commentaar door Gaudapada in vier hoofdstukken (5e of 7e eeuw n. Chr.). Gaudapada was een leraar in de lijn van Shankara
- Shankara Bhashya – een commentaar van Shankara op beide (9e eeuw n. Chr.)
- Tika – een glosse (korte uitleg) van Anandagiri bij het commentaar van Shankara
Verder lezen:
- Nikhilananda, “The Mandukyopanishad with Gaudapada’s Karika and Shankara’s commentary”, Mysore, 1949.
- Sanderson Beck, The Wisdom Bible, Mandukya Upanishad, 1996-2003
- Krishnananda, The Mandukyopanishad, Divine Life Society, 1996