Is meditatie zonder leraar mogelijk?
Sinds de Boeddha worden twee aspecten van meditatie benadrukt: kalmte en inzicht, shamatha en vipassana. Het is gebruikelijk om de geest eerst te kalmeren, bijvoorbeeld door de adem te tellen of te volgen. Als er na maanden of jaren enige kalmte is ontstaan kun je naar andere methodes overstappen zoals “alleen maar zitten” (shikantaza) of koanstudie. Maar er is nog een andere mogelijkheid afkomstig uit de Chinese zen: hua-t’ou. Hiermee hoef je minder vaak naar eer leraar.
Een mini-koan
Je zou hua-t’ou kunnen zien als een soort mini-koan waarbij je geen leraar nodig hebt. Het woord hua-t’ou betekent “dat wat vóór het woord komt” of als “kernspreuk”. Het is een korte vraag die als object van meditatie gebruikt wordt. Bijvoorbeeld: “Wie ben ik?”, “Wat is dit?”, “Wie reciteert de naam van de Boeddha?”, “Wat is Mu” en “Wat is mijn oorspronkelijk gelaat?”. Het eerste voorbeeld (“Wie ben ik?”) werd in het Westen bekend door de Indiase leraar Ramana Maharshi die overigens niet tot de zentraditie behoort. De andere voorbeelden komen rechtstreeks uit koans.
Het verschil met koanstudie is dat je bij hua-t’ou niet regelmatig bij een leraar langs gaat maar dat je de vraag zelf zijn werk laat doen. Je gebruikt de vraag op het meditatiekussen maar ook in het dagelijks leven. Dit doe je met een houding van nieuwsgierigheid, kritisch onderzoek en grote twijfel. De vragen “Wat?” of “Wie?” stimuleren die twijfel. Maar volharding (grote moed) en groot vertrouwen in de methode zijn ook vereist. Uiteindelijk zal de vraag vruchten afwerpen. En dat is, hopelijk, niets minder dan een verlichtingservaring. Althans, dat was de bedoeling van de vroege Chanmeesters. Want de hua-t’ou gaat over het moment vóór het woord, over de geest voordat er een gedachte ontstaat.
Komt uit de Chan
Hua-t’ou komt voort uit de Chinese zen (Chan) en werd gepropageerd door Dahui. Dahui Zonggao (1089 – 1163) was een lid van de Lin-Chi (Rinzai) school in China. Hij was een tijdgenoot van Hongzhi en zette zich af tegen diens accent op stille verlichting (shikantaza). Dahui gaf deze methode aan zijn lekenleerlingen die op zo’n grote afstand van hem woonden dat hij per brief met hen moest communiceren. Juist daarom zou hua-t’ou ook geschikt zijn voor westerse lekenleerlingen die niet in de gelegenheid zijn om regelmatig een leraar te bezoeken.
Aan de slag
Als je met hua-t’ou aan de slag wilt dan kun je in het artikel van Stuart Lachs1 valkuilen en praktische aanwijzingen vinden. De valkuilen zijn afkomstig van Dahui die stelt dat logica of woorden geen antwoord op de hua-t’ou zijn. Lachs adviseert je om de hua-t’ou niet te laten samenvallen met de adembeweging. Je moet hem ook niet zo frequent herhalen dat het een mantra wordt. En hij raadt je beslist af om te mediteren tijdens het autorijden! Uiteindelijk gaat het om het cultiveren van grote twijfel. Het “wat?” of “wie?” is dan ook het belangrijkste aspect van deze mini-koans. Uiteindelijk mondt de grootste twijfel uit in het vallen uit alle twijfel.
- Lachs, S. “Hua-t’ou: a method of Zen Meditation”, Feb 26, 2012 (lachs.inter-link.com). ↩︎
- Batchelor, S., The Faith to Doubt: Glimpses to Buddhist Uncertainty, Parallax Press, 1990.
- Buswell, R.E., “The “Short-cut” Approach of K’an-hua Meditation”, in Sitting With Koans, J.D. Loori ed., Wisdom Publications, 2006.
- Hua Tou, English Wikipedia, Juli 2013.