Dogen Zenji, 1242 (gekopieerd 1243)
Inleiding
Dogen schreef Zenki – de alomvattende werking. Het gaat over de werking van het absolute perspectief in leven en dood.
Dogen, zenmeester en stichter van de Japanse Soto-school, leefde in de 13e eeuw. Het hoofdstuk Zenki is bondig en niet gemakkelijk te bevatten. De titel is samengesteld uit twee woorden: zen en ki. Het woord zen kan gelezen worden als alomvattend, volledig, onverdeeld. Ki is energie, werking.
Dit hoofdstuk wordt dan ook dikwijls vertaald als “Volledig Functioneren”, “Alle Functies”, of met een kunstige woordspeling als “The Whole Works” (het geheel werkt en het hele werk). Ik heb zenki hier vertaald als “alomvattende werking”. “Spilfunctie” is een poging om het woord kikan te vertalen, de voornaamste mechaniek zoals in een scharnier of klok. Ook hier duidt ki op werking en functie.
De werking van groot bewustzijn
Zenki gaat over de werking van het absolute, van groot bewustzijn, Boeddha-natuur. Meestal wordt het absolute als onbenoembaar en onuitsprekelijk bestempeld en in louter negatieve zin besproken. Zoals in het woord nirvana, dat uitdoving betekent. Of in het woord sunyata, dat vertaald wordt als leegte. De Boeddha zei dat de aard van het absolute zelfloos en vergankelijk is. Het latere Mahayana Boeddhisme beklemtoont dat het absolute leeg is en stelt dit gelijk met wederzijds afhankelijk ontstaan. Ook Nagarjuna bespreekt het absolute slechts eenmalig in positieve zin, en wel als “vredig, ondenkbaar, onuitspreekbaar, ondeelbaar.” Dat is vergelijkbaar met het ondeelbare “zen” uit de titel “zenki”. Zenki gaat dus over de werking van het absolute, de werking van leegte en wederzijds afhankelijk ontstaan. In Zenki beschrijft Dogen het absolute ook in positieve zin – als een alomvattende werking die op ieder moment aanwezig is in leven en dood.
Dogen, maar ook zijn vertalers (b.v. Nearman), hebben het over de werking van Boeddha-natuur. Als je Boeddha-natuur definieert als de nonduale aard van de werkelijkheid is dat redelijk. Je beschouwt Boeddha-natuur dan als een positieve definitie van leegte en erkent dat ook dit begrip leeg is. Toch bestaat het risico dat je een essentie gaat toekennen aan het begrip Boeddha-natuur. En dat is in tegenspraak met leegte. Zenki laat zich daarom beter beschrijven als de alomvattende werking van het absolute, van leegte.
Samenvatting
Nu dan een korte samenvatting van Zenki. De tekst opent met de grote weg van de Boeddha’s, d.w.z. het spirituele pad en dus je leven. Op dit pad is bevrijding van onwetendheid, begeerte en haat belangrijk. Net zo belangrijk is realisatie – de expressie van deze bevrijding in het dagelijks leven. Zowel in het alledaagse leven (samsara) als in de bevrijding (nirvana) is de leegte werkzaam. Samsara en nirvana verschillen immers niet van elkaar. Het gaat om dezelfde werkelijkheid gezien vanuit verschillende (maar afhankelijke) standpunten.
De alomvattende werking doordringt zowel het leven als de dood. Alle verschijnselen – objecten, gedachten, gevoelens – zijn een onderdeel van je leven. Enerzijds maak je het leven en anderzijds wordt je leven gedragen door alle verschijnselen, net als bij het varen in een boot. Dan volgt het citaat van Engo Kokugon (1063-1135).waarop Dogen de hele toespraak heeft gebaseerd. Zowel het leven als de dood zijn een manifestatie van de alomvattende werking. Leven en dood zijn daarin niet identiek, noch verschillend. Deze manifestatie is net zo natuurlijk en spontaan als het buigen van je arm of je tasten naar een kussen in je slaap. De alomvattende werking verschijnt zo keer op keer.
Ik vind het opmerkelijk dat Dogen deze toespraak zowel voor leken als monniken bedoeld heeft. Zo gemakkelijk is het allemaal niet te doorgronden. Meer zazen?
Zenki
De grote weg van de Boeddha’s doorzien is bevrijding en realisatie. Voor sommigen betekent bevrijding dat het leven ons van het leven bevrijdt en dat de dood ons van de dood bevrijdt. Daarom: zowel het verlaten van geboorte-en-dood en het betreden van geboorte-en-dood zijn de grote weg. Zowel het verwerpen van geboorte-en-dood als het overstijgen van geboorte-en-dood zijn de grote weg.
Uitleg:
Het boeddhistische pad gaat over bevrijding van onwetendheid, begeerte en haat. En over realisatie – expressie van deze bevrijding door mededogend en liefdevol te handelen.
“Het leven bevrijdt ons van het leven en de dood van de dood” verwijst naar vrijheid van gehechtheid aan de concepten van leven en dood. Geboorte is “geen geboorte” en dood is “geen dood”.
De weg van de Boeddha is alomvattend en behelst alles zowel het toetreden tot geboorte-en-dood (samsara) als het overstijgen van geboorte-en-dood (nirvana). Samsara en nirvana vallen samen.
Realisatie is leven; leven betekent realisatie. Op dit moment van realisatie is er volledige realisatie van het leven en volledige realisatie van de dood. Deze spilfunctie is de oorzaak van leven en de oorzaak van dood. Op het precieze moment van realisatie is de werking niet noodzakelijk iets groots noch iets kleins; niet het universum noch een deeltje ervan; niet langdurend noch kort. Dit moment van leven valt binnen de werking. De werking geschiedt in dit moment van leven.
Het leven komt niet en het leven gaat niet. Het leven ontpopt zich niet en het leven wordt niet volbracht. Niettemin is het leven de manifestatie van de alomvattende werking (zenki); dood is de manifestatie van alomvattende werking (zenki). Tussen de tienduizend aspecten van het zelf is er leven en is er dood. Overweeg dit in stilte – zijn de talloze dingen die nu gelijktijdig met dit leven bestaan wel een deel of geen deel van dit leven? Er is niets – geen moment, geen gedachte of ding – dat geen deel van dit leven is. Er is niets – geen ding, geen geestestoestand – dat geen deel uitmaakt van dit leven.
Uitleg:
Alles valt samen met dit ene leven en dit leven valt samen met alles. Zij doordringen elkaar, net als in de tekst “Identiteit van veelheid en eenheid” (Sandokai). Daarom is alles compleet, er ontbreekt je aan niets.
Het leven is als varen in een boot: hoewel ik het zeil, het roer en de vaarboom bedien word ik door de boot gedragen en ben ik niets zonder de boot. Door in de boot te varen maak ik van de boot een boot. Je zou juist op dit principe moeten mediteren. Op dit moment is er niets buiten de wereld van de boot. Hemel, water en kust versmelten tot het moment van de boot en zijn ongelijk aan de momenten zonder boot. Daarom: het leven doet mij leven en ik verlevendig mijn leven. Tijdens de vaart van de boot worden lichaam en geest, subject en object, samen de spil van de boot. De hele aarde en de hele hemel zijn beide de volledige werking van de boot. Aldus: Ik maak het leven en het leven maakt mij.
Zenmeester Engo Kokugon zei: “Leven is de manifestatie van de alomvattende werking (zenki); dood is de manifestatie van de alomvattende werking (zenki)”. Je zou dit grondig moeten onderzoeken en bevatten. Deze woorden doorgronden betekent: het leven is een manifestatie van de alomvattende werking en is niet behept met een begin of een einde. Alhoewel de alomvattende werking de hele aarde en ruimte omvat, verhindert het de volledige manifestatie van het leven niet. Net zo min verhindert het de volledig manifestatie van de dood. De alomvattende werking die de hele aarde en ruimte omvat verhindert de volledige manifestatie van de dood niet. Net zo min verhindert het de volledige manifestatie van het leven.
Om deze reden verhindert het leven het leven niet en verhindert de dood de dood niet. De gehele aarde en de onmetelijke ruimte zijn beide aanwezig in het leven en beide aanwezig in de dood. Maar het is niet zo dat slechts één aspect van de grote aarde of één aspect van de gehele ruimte volledige gemanifesteerd wordt in het leven en volledige gemanifesteerd wordt in de dood. Hoewel ze niet identiek zijn, zijn ze niet verschillend; hoewel ze niet verschillend zijn, zijn ze niet identiek; hoewel ze niet identiek zijn, zijn ze ook geen veelvoud. Daarom, in het leven zijn er tienduizend verschijningen van de alomvattende werking. En ook in de dood zijn er tienduizend verschijningen van de alomvattende werking. De alomvattende werking verschijnt zelfs in wat voorbij het leven en de dood is.
In de manifestatie van de alomvattende werking is er leven en dood. De volledige werking van leven en dood is zoals een worstelaar die zijn arm buigt en strekt; als iemand die ’s nachts naar zijn hoofdkussen tast. Zo toont zich het stralende spirituele licht. Op het moment van manifestatie – omdat we volledig geactiveerd worden door de alomvattende werking – voelen we dat er vóór deze manifestatie geen manifestatie was. Echter, de staat voor deze manifestatie was de vorige manifestatie van de alomvattende werking. Hoewel er een vorige manifestatie van de alomvattende werking was, verhindert deze de huidige manifestatie van de alomvattende werking niet. Vanuit dit inzicht verschijnt de volledige werking elk moment.
Bronnen
Deze vertaling werd ontleend aan vier Engelse vertalingen:
- Cleary, Thomas, Dogen’s Zenki – The Whole Works
- Prof Masanagu Reiho, Zenki Philosophy of Full Function, Zen Beyond Zen, Chapter 7, Page 33, 1960.
- Hubert Nearman, Shobogenzo, Shasta Abbey, 2007
- Nishijima G. & Cross C., Master Dogen’s Shobogenzo, Book 2. Woking, Surry: Windbell, 1994